05 - Pedagogische en therapeutische doelen in de praktijk

 

5.1 Voordelen van begeleiding in Portugal

De radicale breuk met het milieu waarin de jongere tot nu toe verkeerde is een katalysator die een inhoudelijke en een theoretische afstand bij de kinderen/jongeren in gang zet. Hierdoor wordt het mogelijk uit oude handelingspatronen te ontsnappen en beter afstand te kunnen nemen van bepaalde zaken en problemen. Ook wordt door de afstand in ruimte en tijd tot het dagelijkse leven mogelijk in een nieuwe omgeving heel andere ervaringen te hebben en uitdagingen aan te gaan. Hierdoor groeien de kinderen en jongeren en ze winnen aan zelfvertrouwen en zelfstandigheid.

 

Bij de kinderen en jongeren gaat het er voornamelijk om dat er afstand wordt gecreëerd tot het milieu van herkomst dat in gevaar is, dat het mogelijk wordt nieuwe leerprocessen in gang te zetten en dat het teruggrijpen op oude denk- en gedragspatronen moeilijk wordt gemaakt. Die hebben immers in Portugal nauwelijks nog een functie. Ook kan het een goede voorbereiding voor de jongeren zijn om zich bij negatieve invloed vanuit het gezin, los te maken van het ouderlijk huis, voor zover terugkeer in het gezin geen optie is.

 
 

5.1.1 Een andere cultuur

De contrasten tussen het eigen land en de vreemde cultuur in Portugal vormen een deel van het doel en worden gebruikt bij het werken met de jongeren.

 

De taalbarrière en de onbekende omgeving en cultuur bieden een kans om kinderen en jongeren die problemen hebben met het aangaan van relaties toch een emotionele toegang te creëren voor de volwassen begeleiders. Door stap voor stap de taal te leren vinden ze langzaam hun plekje tussen de Portugese dorpsbewoners. De ervaring leert dat het ongeveer zes maanden duurt voor iemand het Portugees op basisniveau beheerst en zich verstaanbaar kan maken.

 

De sociale omgeving speelt in de Alentejo een belangrijke rol, men is hier immers vaak op elkaar aangewezen. De saamhorigheid onder de bewoners van de verschillende dorpjes is veel intensiever dan men uit Duitsland of Nederland gewend is. Het is ook logisch, omdat het eerstvolgende stadje vaak een heel aantal kilometers ver is. Deze afstanden bevorderen de onderlinge en constructieve afhankelijkheid. Hierdoor leren de kinderen en jongeren andere mensen te vertrouwen en ze leren op elkaar te rekenen. Ze ontwikkelen zelfbewustzijn en ervaren dat ze ook in het middelpunt kunnen staan, zonder daarvoor negatief gedrag te hoeven vertonen. Door de intensieve sociale contacten, de zeer geringe anonimiteit en de gastvrijheid kunnen de kinderen en jongeren snel hun draai vinden, worden ze ook snel opgenomen en ervaren ze het ”vreemde” al snel als een stukje thuis. Dit versterkt het gevoel van eigenwaarde, want als “als vreemde zijn de jongeren interessant en worden ze niet meteen gediscrimineerd.” (Roeloffs, 2001, p. 37) Heel positief is dat de jonge mensen hier worden geaccepteerd zoals ze zijn, hun problematische verleden speelt eerst even geen rol!

 
 

5.1.2 Niet aan de situatie kunnen ontsnappen

De geïsoleerde ligging en de onbekende geografische omstandigheden zijn gunstige therapeutische en pedagogische condities. Zo kunnen namelijk de communicatievaardigheid en het vermogen relaties aan te gaan gestimuleerd worden. De geïsoleerde ligging van de projectlocatie staat garant voor de permanente aanwezigheid van alle kinderen en jongeren. Weglopen is gezien de bovengenoemde ligging en de vreemde cultuur en taal nauwelijks een optie. (Günder, 1995, p. 329) Hierdoor zijn de kinderen en jongeren gedwongen in conflictsituaties en crises de confrontatie met de problemen aan te gaan. Ook kan het een kans zijn om relaties te intensiveren en de ander intensiever waar te nemen.

Bovendien is het lastig zich te onttrekken aan de consequenties van het eigen handelen.

 
 

5.1.3 Leven in eenvoudige omstandigheden en structuren

De streek rond de boerderijen ligt ver van toeristische gebieden, is prikkelarm en zeer dun bevolkt. De projectlocatie en de natuur in al haar verscheidenheid bieden ruimte voor zowel beweging als rust. Ze stimuleren dat er een band met de boerderij en de pedagogische medewerkers wordt opgebouwd en zorgen voor concentratie op het eigen ontwikkelingsproces. Het palet aan begeleiding is gebaseerd op de heilzame werking van het reduceren van schadelijke prikkels.

 

De kinderen resp. jongeren wordt een bescheiden en beperkt leven voorgeleefd, waarin er onderlinge verbondenheid is en het normaal is dat je elkaar helpt en steunt. Door de andere cultuur en levenswijze in Portugal, vooral in deze regio, leren de jongeren respect en tolerantie te hebben tegenover personen die anders leven dan zij het van huis uit gewend zijn. Dit alles wordt gerealiseerd in een positieve afhankelijkheid van de maatschappij en van de volwassenen.

 

De Alentejo geldt als een van de armste regio’s van Europa. De kinderen en jongeren ervaren dus een andere wereld met volkomen andere normen en waarden. Omdat ze in relatief bescheiden omstandigheden leven zonder centrale verwarming, gedeeltelijk zonder media, geen computerspelletjes enz., worden de verschillen met Nederland of Duitsland duidelijk zichtbaar. De jongeren worden gedwongen. Door de ontbrekende afleiding van televisie of computer bijvoorbeeld, zich op een andere manier bezig te houden. Bijvoorbeeld door zelf iets te doen of samen met de pedagogisch medewerkers. Sociaal handelen en het gezamenlijk iets doen worden een voorwaarde die de sociale competentie ondersteunt.

 

Ook leren kinderen en jongeren de waarde van geld kennen en met geld om te gaan, Ze ervaren immers hoe moeilijk het is om in de Alentejo geld te verdienen.

 
 

5.1.4 De rol van de pedagogen

In Portugal is de rol van de pedagogen anders, want ze staan niet buiten de situatie, maar nemen zelf deel aan het sociale ontwikkelingsproces. Niet alleen de kinderen/jongeren hebben hun leven in hun land van herkomst tijdelijk opgegeven; een groot deel van de pedagogen die bij het project werkzaam zijn, heeft hetzelfde gedaan. Ook zij wonen in vergelijkbare omstandigheden en ze moeten zich in bepaalde situaties schikken. De ongewone

omstandigheden (het klimaat, de afgelegenheid) die een beroep doen op de capaciteiten van de zowel de jongeren als van de pedagogen, vormen voor beide groepen een uitdaging. Er wordt een kader geschapen dat het gezamenlijk iets doen en saamhorigheid thematiseert.

 
 

5.1.5 De natuur als leer- en leefomgeving

In Duitsland en Nederland gaan er steeds meer mogelijkheden verloren om in een natuurlijke omgeving bezig te zijn en de vrije tijd door te brengen. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de toenemende hoeveelheid asfalt in de stedelijke gebieden. Ook verdwijnen er steeds meer stukjes ‘wilde ruimt’, ’landjes’ waar kinderen kunnen spelen en het weinige groen dat er is, is meestal omsloten door hekken en biedt slechts beperkt mogelijkheden om je eens helemaal uit te leven. (Witte, 2002, S. 36)

 

In Portugal is de natuur een eindeloze bron, een omgeving waarin kinderen en jongeren hun gang kunnen gaan en van alles kunnen proberen en ontdekken. De weinig complexe landelijke omgeving stelt makkelijk te begrijpen eisen aan de jongeren. Door dit prikkelarme kader worden kinderen en jongeren niet steeds uitgedaagd. Ze kunnen zo dus een weg vinden om zichzelf te beleven en toegang tot hun eigen gevoelens te krijgen.

Bovendien leer je door het leven midden in de natuur met alternatieve energiebronnen een bewust ecologische levensstijl, die dwars tegen het aangeleerde gebruikelijke consumptiegedrag in gaat. Ver weg van de ingesleten consumptie en afleidingsmogelijkheden en ver weg van de vertrouwde negatieve invloeden van de omgeving, hebben de kinderen en jongeren de kans oog te krijgen voor hun eigen behoeften en hun individuele grenzen en nieuwe manieren van leven te leren kennen. Hierbij staan ze niet bloot aan de “gevaarlijke” nabijheid van hun eigen omgeving van herkomst en kunnen de kinderen en jongeren zich heroriënteren en nieuwe perspectieven voor zichzelf vinden. De prikkelarme omgeving biedt hun de mogelijkheid zich beter op de aangeboden zaken te concentreren.

 
 

5.2 Pedagogisch projectwerk

5.2.1 Vrijetijdspedagogische projecten

Op de boerderijen worden met de begeleiders vrijetijdspedagogische projecten gedaan. Een belangrijk doel daarbij is de kinderen en jongeren grenservaringen te laten opdoen zonder een enorme hoeveelheid prikkels van buitenaf en zonder dat er verdovende middelen aan te pas komen.

 

Deze projecten vinden uitsluitend plaats in de natuur of in de ontmoeting met de natuur en gaan over het beleven en handelen van uitdagingen, avonturen en intensieve gezamenlijke belevenissen. In het kader van een vrijetijdspedagogisch project heeft de jongere de mogelijkheid zichzelf nieuw te ervaren en nieuwe zienswijzen en inzichten op te doen. Moeilijke situaties de baas worden en trots zijn op deze prestatie kunnen als model en als energie voor het leven van alledag worden gebruikt. Tijdens deze projecten ervaart de jongere dat het mogelijk is om problemen die zich voordoen met oplossingen aan te pakken. Het aannemen van nieuwe uitdagingen en de nieuwe ervaringen versterken het zelfbewustzijn van de kinderen en de jongeren. Oude ingesleten gedragspatronen kunnen worden afgelegd en er kunnen nieuwe toegangsmogelijkheden worden gecreëerd.

 

Het kader van vrijetijdspedagogisch projectwerk helpt vaak bij het opbouwen van een band tussen het kind/de jongere en de opvoeder, of het kan helpen de relatie te verdiepen en te versterken.

 

Vrijetijdspedagogische projecten worden afhankelijk van de situatie individueel gedaan of in een klein groepje. In een groepje komt het vaak tot intensieve gezamenlijke ervaringen en de sociale banden tussen de groepsleden worden steviger. De kinderen en jongeren maken in de groep onbekende situaties mee, ze moeten bepaalde opdrachten gezamenlijk uitvoeren en daarbij versterken ze hun vaardigheid om in een team te werken. Vaak worden de banden tussen de groepsleden dieper.

 

Activiteiten op het gebied van de vrijetijdspedagogiek zijn bijvoorbeeld strandwandelingen met een overnachting in een tent en zelf voor het eten zorgen, kanotochten of met een vlot de rivier op, kamperen, wandelen, vissen, paardrijden, klimmen, of meerdaagse tochten per fiets of kano. Deze activiteiten worden in de vakanties of in de weekenden ondernomen.

Sportmogelijkheden zoals tennis, lichte atletiek, voetbal, zwemmen, fitness, judo, skatehockey, basketbal of volleybal zijn aanwezig in het sportcentrum in de stad, twintig kilometer verderop.

 
 

5.2.2 Projecten rond verschillende ambachten

Door het zeer droge klimaat leeft men grotendeels buiten in de natuur. Dit biedt de jongeren de mogelijkheid wegwijs te raken in het veelzijdige werk op de boerderij. Hierdoor leren ze ook enkele ambachtelijke vaardigheden, trainen ze uithoudingsvermogen en hun fysieke conditie en leveren ze een belangrijke bijdrage aan de gemeenschap. Door het plannen en uitvoeren van kleine projectjes in huis of tuin moeten de jongeren leren zelfstandig en met gevoel voor verantwoordelijkheid te werken.

 
 

5.2.3 Dieren

Door de dieren op de boerderij (paarden, honden, katten, kippen) kunnen de kinderen en jongeren leren verantwoordelijkheid voor een ander levend wezen te dragen. Een belangrijk aspect bij het werk met dieren is het werken aan de relatie tussen het kind/de jongere als het gaat om emotionele en sociale behoeften. Vooral wanneer jonge mensen problemen hebben met het ontwikkelen van vertrouwen in anderen, kan het dier een sleutelfiguur worden. De omgang met dieren kan op deze manier een mogelijke toegang zijn tot de gevoelswereld van de jongere.

 

Ons werk met paarden verdient bijzondere aandacht. Jongeren met emotionele en sociale stoornissen hebben vooral in de omgang met paarden de mogelijkheid relaties opnieuw te beleven. Paarden treden een mens zonder vooroordelen tegemoet. Ze bevoordelen of benadelen niemand en zijn nooit berekenend. Paarden reageren altijd meteen op de actuele situatie en zo ontstaat er voor de jongere een directe samenhang tussen oorzaak en gevolg. De relatie tussen mens en paard bestaat uit respect en vertrouwen. De jongere moet deze beide eigenschappen verwerven om een positieve relatie tot het dier te kunnen ontwikkelen. Bovendien vraagt de omgang met paarden een even zelfverzekerd als zelfbewust optreden van de jongere, wat een goede uitwerking kan hebben op andere levenssferen. Paarden onderzoeken van nature elke keer opnieuw het gedrag van degene met wie ze te maken hebben en zo krijgen kinderen/jongeren na elke mislukking ook steeds weer de kans om een succeservaring met het paard te hebben. Bovendien zijn paardrijden en het verzorgen van het paard goed voor de ontwikkeling van de waarneming van het zelf en van de ander en van het lichaamsbewustzijn.

 
 

5.3 Psychologische en therapeutische begeleiding

Tijdens het verblijf in Portugal krijgt het kind of de jongere, afhankelijk van wat er nodig is, therapeutische begeleiding en ondersteuning. De sessies met de therapeuten (paardrijtherapeut, ergotherapeut, psychotherapeut, enz.) vinden geregeld plaats en worden gehouden in Portugal. Naast de individuele doelstellingen van ieder kind en iedere jongere binnen het project, gaat het bij de therapeutische begeleiding vooral om de stabilisering van de persoonlijkheid door conflictsituaties te verwerken, angsten en schuldgevoelens af te bouwen en een toename van het gevoel van eigenwaarde en het gedragsspectrum. Ook wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van belangstelling, motivatie en positieve levensinstelling.

 

Bij onze oplossingsgerichte manier van werken wordt toch ook altijd het gezin van de ons toevertrouwde jongere betrokken. Dat het kind of de jongere langere tijd van huis is, verandert niet alleen het leven van de jongere zelf. Ook het gezin van herkomst merkt dit heel duidelijk. De bijzondere situatie waarin een gezin zich bevindt als een van de kinderen lange tijd ver weg is, is tegelijkertijd een kans. In sommige gevallen kan hierop ingespeeld worden door de verantwoordelijke organisatie door gezinstherapie aan huis aan te bieden. Bij het time-out project is dit een vast onderdeel, zie hiervoor de beschrijving van het project. De therapie aan huis maakt het makkelijker om met de gezinnen in contact te komen. Door de veilige omgeving waarin de therapie plaatsvindt, zijn veel gezinnen wel bereid een hulpverleningstraject in te gaan. In zulke gezinsgesprekken gaan in eerste instantie over wat de gezinnen nodig hebben en wat hun op het hart ligt.

 

Doelen van gezinstherapie aan huis zijn o.a.:

 

  • Zichtbaar maken van aanwezige mogelijkheden de eigen verantwoordelijkheid te versterken
  • In gang zetten van een ontwikkelingsproces binnen het gezin dat de zelfredzaamheid activeert en aanzetten tot oplossingen activeert, ondersteunt en verdiept, zodat er veranderingen in het gezinssysteem mogelijk worden
  • Ondersteuning van de opvoedkwaliteiten
  • Opbouw en verbetering van de relatie met het kind in het buitenland binnen het gezin en tussen het gezin en de sociale omgeving.
  • Stimulering van de communicatiestructuren
  • Aanzet tot een goede omgang met elkaar, vooral met het kind in Portugal
  • Erkennen van problemen en grenzen met betrekking tot de omgang met het kind
  • Inschatting en beslissingen over de terugkeeropties

 

In een transparante uitwisseling van gedachten ervaren de kinderen/jongeren dat niet bij hen alleen de gehele verantwoordelijkheid voor conflicten wordt gelegd. Het gezin neemt zelf, door de veranderingen, ook een zichtbaar deel van de verantwoordelijkheid op zich voor de bestaande conflictueuze gezinssituatie. Hierdoor kan de kwaliteit van het contact tussen het kind/de jongere en het gezin gedurende het project in het buitenland beter worden.

 

Het voornaamste doel is het gezinssysteem in tact te houden en de periode van scheiding voor het gezin te zien als kans voor verandering en niet als misluking. Dit proces moet in gang worden gezet en begeleid door gezinstherapeutisch werk.

 

Gezinstherapie aan huis is een aanbod waarvoor extra kosten moeten worden gemaakt en het wordt alleen, in de vorm van specialistische uren, gefinancierd als de noodzaak ervan is vastgesteld in overleg met het verantwoordelijke Bureau Jeugdzorg.

 
 

5.4 Gezinswerk

Het begeleidende proces in het gezin van herkomst moet, voor zover mogelijk en wenselijk voor de jongere die we onder onze hoede hebben, worden aangevuld met deelname aan het hulpverleningsproces. Dit is te realiseren door:

 

  • een passende communicatie (regelmatig telefonisch contact, gecontroleerd briefcontact, foto’s, filmpjes)
  • deelname resp. medewerking aan de planning van de hulpverlening en aan de planningsgesprekken
  • gezinsprojecten

 

Een gezinsbezoek is een fundamenteel bestanddeel van ons concept en vindt, als dit pedagogisch en therapeutisch gezien zinvol is, twee maal per jaar plaats (behalve in fase 1). Deze gesprekken moeten worden afgestemd met de medewerkers, Jeugdzorg, de verantwoordelijke organisaties voor jeugdhulpverlening in Duitsland en het gezin zelf. Het team organiseert verblijf voor iedereen, afhankelijk van de situatie en de problematiek is dat in de stad, in nabijgelegen landelijke gebieden of op de projectlocatie zelf. Gezinsprojecten geven ons waardevolle kijkjes op de communicatiestructuren waarmee de jonge mensen zijn gesocialiseerd. Ook bieden ze ons een goede observatiemogelijkheid en gelegenheid voor interventies om structuren te herkennen, bewust te zien, te controleren en te veranderen.

 

Bij een door ons georganiseerd gezinsproject is er gedurende twee tot zes dagen minstens een pedagogisch medewerker aanwezig om het gezin te begeleiden.

 

De activiteiten en regels, de individuele en gezinsdoelen voor de lange termijn, en de passende specifieke en globale doelen voor dit projectkader worden gezamenlijk opgesteld en getoetst. In het kader van een doelgerichte en confrontatieve interactie spelen gesprekken altijd een grote rol. Ze hebben een belangrijke functie bij de reflectie op het werk, zowel van de kant van het gezin als van de kant van de begeleiding.

 

Crises worden gezien als een kans om de energie die erbij vrijkomt om te zetten in constructieve communicatievaardigheid. Door het contact met het gezin in een omgeving die voor het kind of de jongere al een vertrouwd sociaal-pedagogisch kader is, leren ze dat het samenzijn met meer begrip en minder conflicten kan verlopen als iedereen zijn steentje daaraan bijdraagt.

 

Onze ervaringen tonen aan dat het nuttig en stimulerend is meer gezinnen tegelijkertijd op de projectlocatie uit te nodigen. De gezinnen kunnen dan onder elkaar ook spreken over hun problemen en ervaringen en ze voelen zich met hun zorgen niet zo alleen.

 

De vlucht en de verblijfskosten voor het familiebezoek worden door de ouders zelf gefinancierd, voor zover dit in hun mogelijkheden ligt. Als de ouders ontheffing van deze kosten krijgen, kunnen de reiskosten als extra tegemoetkoming bij Jeugdzorg worden aangevraagd. In dat geval krijgt elke ouder een keer per jaar een reis vergoed. Er moet van tevoren wel worden vastgelegd dat er voor het bezoek van de ouders een extra tegemoetkoming zal worden betaald.

 
 

5.5 Dagstructuur

De dagelijkse structuur is niet speciaal ingericht op avonturen en spectaculaire activiteiten. We hechten bewust waarde aan een georganiseerd verloop van de dag, waarin het dagprogramma soepel kan verlopen en de kinderen en jongeren de mogelijkheid hebben hun eigen leven beter te organiseren en te structureren.

In het kader van de pedagogische verantwoordelijkheid en de controlerende taak van de begeleiders en vanwege de transparante regels organiseren en verantwoorden de kinderen en jongeren belangrijke onderdelen van de dagelijkse gang van zaken op de boerderij zelf. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om:

 

  • het schoonmaken van de eigen kamer, de gemeenschappelijke ruimtes, de zorg voor de buitenruimte en de was

  • eenvoudige klusjes in en om huis

  • de zorg voor de dieren, de tuin en de planten

  • boodschappen doen, koken en de huishouding organiseren

  • een invulling geven aan de eigen vrije tijd

 

Om in de onderlinge afhankelijkheidsrelatie van groep en individu evenwicht te behouden in de verschillende behoeftes worden al vanaf het begin van de begeleidingsrelatie samen met de jongere individuele doelen en de te nemen stappen om ze te bereiken geformuleerd en opgeschreven. Deze moeten natuurlijk passen binnen het kader van de huisregels en de samenstelling van de groep. Afhankelijk van de persoonlijke capaciteiten en het reflectievermogen vindt een regelmatige evaluatie plaats, bijvoorbeeld in de vorm van een puntenplan, in een individueel gesprek of in de groep.

 

In de gezamenlijke groepsgesprekken die eens per week plaatsvinden hebben de kinderen en de jongeren de mogelijkheid hun visie te geven op het leven in deze kleine gemeenschap en problemen hierbij te benoemen. Dit wordt ook van hen verwacht. De begeleiders doen dit ook vanuit hun perspectief en geven zo belevenissen en interacties van de afgelopen week een duiding. Problemen in de groep worden gethematiseerd of bijvoorbeeld de planning en de organisatie van activiteiten in de vrije tijd, zoals uitstapjes, acties en projecten van de komende week wordt besproken.

 

De maaltijden worden samen klaargemaakt en ook gezamenlijk genuttigd.

 

Op werkdagen is er ‘s ochtends en/of ‘s middags school (vanaf fase 2) buiten de projectlocaties, in onze school in Almodôvar. De duur en de intensiteit van het leren op school is individueel op iedere jongere afgestemd. Jongeren die al een schooldiploma hebben behaald of die niet meer leerplichtig zijn, nemen deel aan arbeidspedagogische programma’s, lopen stage of werken (vanaf fase 3).

 

De vrije tijd kan individueel worden ingevuld, bijvoorbeeld met lezen, muziek luisteren, samen spelen, knutselen en creatief bezig zijn, wandelen, sport winkelen, huiswerk, verzorgen van de dieren enz. We vinden het belangrijk dat de jongeren regelmatig sportief bezig zijn. Dit is ook iets wat ze samen kunnen doen. Bij de door ons georganiseerde variatie aan activiteiten gaat het om het verkennen van de omgeving en de natuur door middel van uitstapjes, fiets- en kanotochten, wandelingen, spelletjesmiddagen en sportwedstrijdjes voor de hele groep.

 

In de verschillende vakanties organiseert Progresso Camping- en werkprojecten. Tijdens zulke projecten moet de groep voor zichzelf zorgen in zeer basale omstandigheden. Hiervoor is het noodzakelijk dat de groepsleden elkaar steunen. De basisbehoeften van de mens als water, voedsel, een dak boven het hoofd en beweging om warm te blijven staan daarbij centraal. In deze “uitzonderingstoestand“ focussen we op instelling en gedrag met name bij het elkaar ondersteunen en helpen en het functioneren in deze zeer eenvoudige omstandigheden. Ook kijken we naar hoe de groepsleden met elkaar omgaan. Meer geciviliseerde behoeften als technische snufjes, Coca-Cola, make up of haren verven raken bij alle deelnemers op de achtergrond. We vinden het belangrijk dat de jongeren van tijd tot tijd in een situatie terechtkomen waarin ze zich kunnen identificeren met wat ze met hun eigen

handen hebben gemaakt en met hoe ze in de groep interacteren. In de dagelijks plaatsvindende groepsgesprekken leren de individuele deelnemers door de eerlijkheid en tolerantie ten opzichte van elkaar zich zelf een stuk beter kennen. Ze raken gemotiveerd hun slechte gedrag nog eens onder de loep te nemen en te veranderen.

 

Het ontbreken van positieve rituelen in het leven van kinderen en jongeren veroorzaakt vaak excessen (zoals geweld of het gebruik van verslavende middelen). De door ons ingestelde rituelen symboliseren stappen in de ontwikkeling, bieden veiligheid, zorgen voor een gemeenschapsgevoel en leveren de groep de positieve sociale consequenties van stappen vooruit. Een geregelde dagstructuur, regelmatige groepsbijeenkomsten of het samen evalueren van de dag bij de gezamenlijke maaltijd zijn bijvoorbeeld elementaire rituelen die de dag structuur geven.

 
 

5.6 School

Veel kinderen en jongeren die in het buitenland worden begeleid koesteren een groot wantrouwen tegenover alle institutionele vormen van hulp en weigeren categorisch elke vorm van inmenging. Deze jongeren beschikken vaak over een zeer beperkt kennisniveau en zijn ook vaak stukken ouder dan de gemiddelde leerling in hun klas. Ze zijn erg bang voor een groep af te gaan en mobiliseren een enorme afweer. Om ze niet te overvragen met deelname aan het Portugese schoolsysteem biedt Progresso de mogelijkheid angstvrij te leren in een eigen school. Zo kan door effectieve manieren van leren, die zich in de praktijk hebben bewezen een erkend schooldiploma worden behaald.

 

In Duitsland werken we afhankelijk van de behoefte en de mogelijkheden van de jongeren samen met verschillende scholen. Bijvoorbeeld met de “Flex-Fernschule“ in Baden Württemberg en met de “Marienschule“ in Aken. Nederlandse jongeren kunnen bij de LOI een diploma halen.

 

We beginnen met een vragenlijst en een plaatsingstest om het actuele kennisniveau van het kind of de jongere te bepalen. Zo wordt precies duidelijk welke kennis nog paraat is en wat er nog ontbreekt om een diploma te kunnen halen. Het materiaal dat dan wordt toegestuurd is precies afgestemd op het niveau van het kind/de jongere. Het leerproces wordt qua tempo en omvang steeds aan het kind/de jongere aangepast.

 

De scholen waarmee we samenwerken zijn erin gespecialiseerd om jongeren rechtsreeks op schoolexamens voor te bereiden. Daarom zijn er aanmerkelijk kortere leertrajecten mogelijk dan in het reguliere onderwijs.

 

Het naar school gaan in de eigen klaslokalen van Progresso en alle lesmaterialen van de samenwerkingsscholen horen bij het basispakket dat Progresso aanbiedt. Als een jongere echter door een verhuizing naar een andere projectlocatie (bijvoorbeeld vanwege individuele begeleiding) overstapt naar een ander schoolsysteem (bijvoorbeeld de Duitse of internationale privéschool) en er daardoor hogere schoolkosten ontstaan, dan wordt er na overleg bij het plaatselijke Bureau Jeugdzorg een tegemoetkoming aangevraagd voor de extra kosten.

 
 

5.7 Beroepsoriëntatie

De beroepsoriëntatie hangt samen met de ontwikkeling van de jongere. Er worden drie stappen onderscheiden:

 

Stap 1: Begin: in kaart brengen van de individuele probleemsituatie

 

Doel:

  • De jongere moet het beroepsperspectief ontwikkelen dat het best past bij zijn niveau. Kennismaking met het thema werk, actueel profiel van de mogelijkheden om werk te verrichten, overzicht over mogelijkheden voor arbeid en ondersteuningsmaatregelen, overdracht van theoretische kennis.

 

Stap 2: Werk/bezigheid in het kader van projecten en niet commerciële bezigheden

 

Doelen:

  • Leren kennen van verschillende beroepsmogelijkheden/werkzaamheden
  • Training om de basisvaardigheden van het werk in te slijpen en te consolideren
  • Overdracht van vaktechnische vaardigheden door praktijkervaring op te doen.

 

Stap 3: Nadat de interesses, capaciteiten, vaardigheden en eventuele gezondheidsproblemen in kaart zijn gebracht, volgt bemiddeling naar een geschikte stageplek bij een boer, een boswachter, een herder, een monteur, een meubelmaker, een bakker enz. uit de omgeving.

 

Doelen:

  • Voorbereiding op het begin van een opleiding
  • Start in een georganiseerd arbeidsleven en de structuur daarvan
  • Continuïteit van het arbeidsgedrag

 

 
 

5.8 Procedures rond verdere hulp

In de periode van de hulpverlening vindt er minimaal elke zes maanden een hulpplangesprek plaats. Deze gesprekken vinden afwisselend in het eigen land en in Portugal op de projectlocatie plaats, waarbij er rekening wordt gehouden van het actuele ontwikkelingsproces van de jongere.

 

Inhoud van deze gesprekken zijn de actuele ontwikkelingssituatie ven de jongere, het controleren van de doelen die in het opvoedplan zijn vastgelegd, doelen voor de toekomst en perspectieven in het verdere hulpverleningsproces.

 

De basis voor een geslaagde hulpverlening en hulpverleningsplanning tijdens het hulpverleningsproces wordt gevormd door regelmatige inschattingen en controles van het ontwikkelingsniveau van de desbetreffende jongere. Hiertoe worden er minimaal elke zes maanden actuele ontwikkelingsrapporten opgesteld. Deze worden toegestuurd aan de verantwoordelijke sociaal werker van Jeugdzorg.

 

Het hulpverleningsplan kan alleen worden veranderd of aangevuld na toestemming van alle betrokkenen.